De BOB Hagelandse Wijn is de oudste Beschermde Oorsprongsbenaming in België. Ze werd in 1997 in het leven geroepen en beslaat ruwweg de vierkant tussen Leuven, Aarschot, Diest en Landen. Er is een hele resem aan druivenrassen toegestaan, zowel klassieke als resistente rassen, gaande van Auxerrois, Chardonnay, Grüner Veltliner, Regent tot zelfs Tempranillo. De maximale rendementen is voor een deel hiervan 80hl/ha en voor een deel 90 hl/ha. In de praktijk worden de opbrengsten echter veel lager gehouden wat zeer bevorderlijk is voor de kwaliteit. De wijnen moeten minimaal 9.5% en maximaal 13.5% alcohol bevatten.
De beste wijngaarden liggen op zuidelijke hellingen en/of hellingen met goede drainagecapaciteiten zodat overtollig water afgevoerd wordt. De toppen van de heuvels, met een zuidwest- tot noordoostoriëntatie, zijn zandbanken die bloot kwamen te liggen nadat de zee zich 7 miljoen jaar geleden terugtrok. De heuvelhellingen zijn ijzerrijk wat vele wijnen een mooie mineraliteit meegeeft. De wijnen kennen ook een mooie aciditeit, kenmerkend voor vele Belgische wijnen, wat hen zeer breed gastronomisch inzetbaar maakt.
Wat verder opvalt in de Hagelandse wijnen is de grote hoeveelheid toegestane druivenrassen. Hierdoor kent de appellatie een grote diversiteit aan wijnstijlen. Sommige wijnmakers kiezen voor een monocépage Chardonnay naar Bourgogne-model, anderen gaan zelfs voor blends van klassieke en resistente druivenrassen. De verschillende Pinot variëteiten zijn ook goed vertegenwoordigd, evenals Müller-Thurgau. De rode wijnen zijn hier, zoals overal in België, overduidelijk in de minderheid. Hier zien we echter ook enkele opvallende voorbeelden zoals de wijnen met Tempranillo van Wijnkasteel Vandeurzen en de Chansaar en Kontreir wijnen van De Wijnfaktorij.
Vele van de wijngaarden zijn relatief jong. Men stelt echter vast dat elk jaar met het ouder worden van de wijngaard ook de kwaliteit van de wijn toeneemt (toename van het suikergehalte en het evenwichtig worden van de zuurtegraad).
