De wijnbouwgebieden van deze BOB bevinden zich, zoals te verwachten valt, aan de oevers van de rivieren Samber en Maas en aan de valleien die ze gevormd hebben in het landschap. De oevers zijn zeer geschikt voor wijnbouw omdat ze dankzij hun hellingsgraad goede zoninval bieden en omdat het water van de Samber en Maas als een buffer werkt: in de winter verzacht het de temperatuur door warmte af te geven en in de zomer biedt het verkoeling door de warmte te temperen.
De ondergrond bestaat uit een ondiepe klei- of leemlaag afgewisseld met ondergrond van kalk-, zand- en leisteen.
Er is wederom weer een hele waslijst aan druivenrassen toegestaan, zowel klassiek als hybride. We zien uiteraard Chardonnay en Pinot Noir, maar ook Chasselas, Traminer en bv. de Gamaret en Garanoir die Château Bon Baron in zijn ‘La Grande Trésor’ met Pinot Noir heeft geblend. Dat zijn beide Zwitserse kruisingen van Gamay die heel Pinot Noir aandoende wijnen voortbrengen.
De maximale opbrengst is 65 hl/ha en het alcoholgehalte van de wijnen moet tussen 9 en 13,5% zijn.